Bij Cenex NL hebben we onze collega’s bij Cenex ondersteund door samen te werken met de politie van Essex en Fire & Rescue om een emissievrije voertuig- en infrastructuurstrategie voor elke vloot te ontwikkelen met duidelijke aanbevelingen en een implementeerbaar transitieplan voor de vloot. Dit werd bereikt door de volgende activiteiten:

– Basisopstelling van de huidige samenstelling van het wagenpark en de emissies.

– Evaluatie van de beschikbaarheid en volwassenheid van emissievrije voertuigtechnologieën.

– Beoordeling van de geschiktheid van de actieradius in de praktijk van batterij-elektrische en brandstofcel-elektrische voertuigen.

– Bepalen van het aantal en het type benodigde oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen en de potentiële vraag naar hernieuwbare waterstof per locatie.

– Een samenvatting van de kapitaalkosten, bedrijfskosten en emissie-effecten van verschillende scenario’s voor het vervangen van wagenparken.

– Uitvoering van een evaluatie op hoog niveau van voertuigtechnologieën met ultralage emissies en hernieuwbare brandstoffen als opties om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen tijdens de overgang naar emissievrije voertuigtechnologieën.

– Het ontwikkelen van een routekaart en actieplan voor de overgang van het wagenpark.

Het resultaat

De Zero Emission Vehicle and Infrastructure Strategy biedt de politie en brandweer en reddingsdiensten van Essex een duidelijke reeks aanbevelingen voor het bereiken van hun ambitie om binnen realistische tijdschema’s over te stappen op een emissievrij wagenpark.

Belangrijkste bevindingen:

Politie

– 81% van het politiewagenpark zou kunnen worden vervangen door elektrische voertuigen op batterijen die voldoende actieradius hebben om hun gemiddelde dagelijkse kilometers af te leggen en al besparingen op de totale eigendomskosten opleveren, dit zou de uitstoot van broeikasgassen met 53% verminderen op basis van het huidige Britse elektriciteitsnet.

– Responsvoertuigen zijn verantwoordelijk voor 76% van de uitstoot van broeikasgassen van het politiewagenpark, dus hoewel batterij-elektrische voertuigen al kunnen worden geïntroduceerd in non-responsrollen, is het belangrijk dat de politie van Essex emissievrije responsvoertuigen test en demonstreert om te zien welke rol ze kunnen vervullen in het wagenpark en welke operationele veranderingen nodig kunnen zijn om ze op te vangen.

Brandweer en redding

– 55% van de brandweer- en reddingsvloot zou kunnen worden vervangen door elektrische voertuigen op batterijen die voldoende actieradius hebben om hun gemiddelde dagelijkse kilometers af te leggen en die al besparingen op de totale eigendomskosten opleveren, dit zou de uitstoot van broeikasgassen met 16% verminderen op basis van het huidige Britse elektriciteitsnet.

– Type B brandweerwagens en andere 18t starre vrachtwagens zijn verantwoordelijk voor 64% van de uitstoot van broeikasgassen door de brandweer- en reddingsvloot. Essex Fire & Rescue moet een gedetailleerd inzicht ontwikkelen in hun taakcycli en marktactiviteiten aangaan met leveranciers van emissievrije voertuigen en infrastructuur om opties te ontwikkelen voor het testen van batterij-elektrische en brandstofcel-elektrische voertuigen om te zien welke rol ze kunnen vervullen in de vloot en welke operationele veranderingen nodig kunnen zijn om ze te accommoderen.

Infrastructuur

– Om de infrastructuurkosten tot een minimum te beperken, moeten de politie van Essex en de brandweer en reddingsdiensten samenwerken om de oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen op lange termijn per locatie te plannen. Een geoptimaliseerde oplossing kan worden ontwikkeld door rekening te houden met het delen van laadpunten, het beheer van de belasting en door een beter inzicht te krijgen in de dagelijkse energiebehoeften en de verblijftijden van voertuigen.

Chief Officers hebben de uitgebreide analyse en het projectrapport aangenomen als de routekaart om hun nulemissieambities te bereiken. Een Chief Officer Project Board met de vele provisioningafdelingen zal de strategie voor verandering leveren, die mogelijk veranderingen in het operationele leveringsmodel weerspiegelt.